Beenmergpunctie

• Voor het onderzoek ben je best nuchter. Als het onderzoek na de middag gepland wordt, kan je 's morgens wel ontbijten maar daarna moet je nuchter blijven. 
• Je gebruikelijke medicatie (behalve insuline) kan je innemen met een glas water. 
• Indien je bloedverdunnende medicatie gebruikt, meld dit op voorhand aan de persoon die de afspraak voor beenmergpunctie maakt. het gaat over volgende geneesmiddelen: 
  • Marcoumar©, Marevan© en Sintrom© dienen minstens drie dagen voor het onderzoek niet ingenomen te worden. De bloedstolling wordt op de dag van het onderzoek gecontroleerd en indien het bloed onverwacht teveel verdund blijft, kan het onderzoek niet doorgaan.
  • Xarelto©, Pradaxa©, Lixiana©, Eliquis© dienen twee volle dagen voorafgaand aan het onderzoek gestopt te worden.
  • Aspirine©, Asaflow©, Clopidogrel©, Plavix© worden beter gestopt maar het onderzoek kan wel doorgaan als ze niet gestopt werden of als ze niet gestopt mogen worden.
  • Fraxiparine©, Clexane©, Innohep© mogen afhankelijk van de dosis worden verder gegeven. Bespreek dit met je huisarts: een profylactische (preventieve) dosis mag worden verder gegeven, een therapeutische (genezende) dosis dient te worden verlaagd of onderbroken.

  • Soms kan bovenstaande medicatie niet zomaar gestopt worden, maar wordt ze tijdelijk vervangen door inspuitingen. Of dat bij jou het geval is, vraag je aan je huisarts of verwijzend specialist.

  • Als de bloedverdunnende medicatie niet correct werd aangepast of gestopt bij aankomst in het dagziekenhuis, kan het gebeuren dat het onderzoek niet kan doorgaan. 

• Het is ook van belang dat je allergieën meldt aan de verpleegkundige. 

• De verpleegkundige neemt eerst bloed af en plaatst een infuus (‘baxter’, serum).
• Voor het onderzoek moet je op je linkerzij gaan liggen.
• Je krijgt via je infuus medicatie toegediend waarvan je wat slaperig kan worden, tenzij er uitzonderlijk een reden is om die medicatie niet te gebruiken.
  • Door de toediening van deze medicatie zal dit onderzoek zo pijnloos mogelijk verlopen.
  • Ook kan die medicatie ervoor zorgen dat je nadien vergeten bent dat de beenmergpunctie al gebeurd is.
• De arts ontsmet de punctieplaats, dit voelt koud aan. Vervolgens verdooft de arts de huid met een injectie, dit kan een branderig gevoel geven. 
• Wanneer de verdoving is ingewerkt, zal de arts met de punctienaald de beenmergholte aanprikken.
• Via deze naald kan de arts een kleine hoeveelheid beenmergcellen met een spuit opzuigen. Het opzuigen van de beenmergcellen duurt slechts enkele seconden maar kan een pijnlijke uitstraling geven naar het been.
• Aansluitend neemt de arts meestal ook een stukje botweefsel weg. Dit gebeurt met dezelfde naald en kan eveneens een pijnlijk gevoel geven. 
• Het totale onderzoek duurt ongeveer een 15 a 20 minuten.

• Na het onderzoek wordt het te onderzoeken materiaal in orde gebracht om naar het laboratorium te sturen.
• De verpleegkundige zal de punctieplaats afdrukken en deze met een pleister afdekken.
• Na de punctie blijf je best nog een uur op je rug liggen om bloeding te voorkomen en de verdovende medicatie te laten uitwerken.
• Het is ook van belang om na dit onderzoek niet zelf met de wagen naar huis te rijden. Het is beter dat iemand van je familie of een kennis je naar huis brengt ofwel kan een taxi worden opgebeld.
• De avond van de punctie mag je geen bad of douche nemen, zodat de wonde goed herstelt. 
• Tot enkele dagen erna kan de punctieplaats nog wat gevoelig blijven. Bij pijnklachten kan je paracetamol (Dafalgan®, Perdolan® ...) gebruiken. Gebruik geen NSAID's (Voltaren®, Brufen® ...)
• De kleefpleister mag je na enkele dagen verwijderen.

De uitslag krijg je afhankelijk van de noodzakelijke bewerking van de cellen/botweefsel na een tweetal weken. Voor sommige aandoeningen kan dit vier weken duren. Je huisarts of je specialist deelt de resultaten mee. Indien uit het onderzoek afwijkingen blijken die eerdere actie nodig maken, dan word je verwittigd, meestal via je huisarts. 

De overgrote meerderheid van de patiënten heeft na het onderzoek geen last. Nevenwerkingen die soms voorkomen:

• Pijn op de plaats van de punctie gedurende enkele dagen waarvoor je paracetamol of een andere pijnstiller kan gebruiken,
• Bloeduitstorting op de plaats van de punctie,
• Uitstralende pijn in het rechterbeen: soms door inwendige bloedstorting en druk op zenuwen en spieren. Als dit optreedt, is dat meestal nog voor je het ziekenhuis verlaat.
• Af en toe kan er wat langer last zijn. Bespreek dat met je huisarts of hematoloog.