Regionale of plaatselijke verdoving van de heup, been, knie, voet

Bij een zenuwblokkade wordt een gedeelte van het lichaam, bijvoorbeeld een knie of voet, tijdelijk verdoofd en/of bewegingsloos gemaakt door een verdovende vloeistof rond een zenuw of groep zenuwen te leggen.

Laatst gewijzigd op
donderdag, 22 december 2022

Stel een vraag

Heb je een andere vraag?

Telefonische bereikbaarheid

Nu geopend Nu gesloten
Dag Uren Opmerkingen
ma 8:00-12:0013:30-18:00
di 8:00-12:0013:30-18:00
wo 8:00-12:0013:30-18:00
do 8:00-12:0013:30-18:00
vr 8:00-12:0013:30-17:00
za Gesloten
zo Gesloten
Bekijk alle bezoekuren

Werking

Wat is een zenuwblokkade? 

Bij een zenuwblokkade wordt een gedeelte van het lichaam, bijvoorbeeld een knie of voet, tijdelijk verdoofd en/of bewegingsloos gemaakt door een verdovende vloeistof rond een zenuw of groep zenuwen te leggen. Deze verdoving zorgt ervoor dat er vanaf die plaats geen informatie meer wordt doorgegeven, zoals gevoel, temperatuur, positie of beweging. Daardoor begint je been te tintelen en warm aan te voelen. Het kan ook zijn dat je jouw been tijdelijk minder of niet meer kan bewegen. Deze werking kan variëren. Soms kan je nog aanrakingen voelen tijdens de procedure, soms verdwijnt het gevoel van je been volledig.

Waar worden de zenuwen verdoofd?

Dit is afhankelijk van je operatie. Voor operaties aan de heup gebeurt dit vaak in de lies of de flank. Voor operaties aan de knie is dit aan de voorzijde van de dij of lies. Wanneer je aan je voet wordt geopereerd, wordt de verdoving in de kniekuil of aan de enkel gegeven.

Hoe lang werkt de verdoving?

De verdoving werkt 3 tot 24 uur, afhankelijk van de gekozen medicatie. Bij nood aan langer comfort kan een katheter (fijn plastiek buisje) worden geplaats bij de zenuw. Via een pomp wordt dan medicatie gegeven, vaak kan je de pomp ook zelf bedienen. De verdoving werkt zolang het kathetertje ter plaatse blijft.  

Wat zijn de voordelen van een regionale verdoving?

  • Een algemene verdoving brengt altijd enige risico’s en complicaties met zich mee. Die kunnen soms vermeden worden, zoals:
    • Misselijkheid
    • Keelpijn of schade aan tong of lippen
    • Duizeligheid, hoofdpijn, rillen, minder scherp zicht
    • Ademen kan in het begin wat moeilijker zijn
    • Moeite om te plassen (soms is een tijdelijke blaassonde nodig) of juist bedplassen
    • Verwardheid en verminderd geheugen komen vaak voor bij oudere mensen, maar zijn gewoonlijk van korte duur
  • Betere pijnstilling nadien. Hierdoor heb je minder sterke pijnstillers (morfine-achtige) nodig met minder neveneffecten (minder misselijkheid, jeuk, maaglast, obstipatie, gestoorde ademhaling, e.d.).
  • Dikwijls hoef je slechts kort of zelfs niet in de ontwaakruimte te verblijven.
  • Je bent sneller ter been en je kan vaak het ziekenhuis sneller verlaten.

Verloop

Algemene informatie over de planning van je opname, wat je meebrengt, waar je je moet aanmelden en wat er bij ontslag gebeurt vind je terug in de rubriek 'plan je opname'. 

Artsen