- In de acute fase is een klinisch onderzoek nodig. Op basis van dit klinisch onderzoek kunnen we de hoogdringendheid van de behandeling bepalen.
- Bijvoorbeeld bij plotse incontinentie moet de arts zo snel mogelijk opereren.
- In alle andere gevallen starten we met medicatie (NSAID’s) en kinesitherapie.
- Indien na zes weken de symptomen niet verdwenen zijn, kan de arts een epidurale infiltratie voorstellen.
- Indien de beenpijn blijft aanhouden wordt een operatie voorgesteld. Bij deze operatie gaat men de druk op de zenuw wegnemen door de uitstulping van de tussenwervelschijf te verwijderen. Fusie bij deze diagnose is meestal niet aan de orde tenzij er bovendien symptomen zijn van spinale instabiliteit.
Resultaten
De meeste patiënten zijn goed geholpen met de niet-chirurgische behandeling. Binnen de 7 à 10 dagen zijn de symptomen significant gedaald. De helft van de patiënten zou opnieuw werkbekwaam zijn binnen de 6 weken.
Epidurale infiltratie kan op lange termijn voor ongeveer 50% van de patiënten de beenpijn opheffen. Voor de chirurgische behandeling zal 90% van de beensymptomen verdwenen zijn.
Complicaties
Voor de niet-chirurgische behandeling kunnen er complicaties optreden met betrekking tot de medicatie. Zo zijn de meest voorkomende complicaties bij NSAID’s gastro-intestinale problemen zoals bloeding, diarree, buikpijn ...
Mogelijke chirurgische complicaties zijn infectie, ontsteking op het bot, opnieuw het ontstaan van een hernia, aanhoudende beenpijn, rugpijn. Deze complicaties zijn echter zeldzaam.