Bronchoscopie

• Het is belangrijk dat je vóór het onderzoek nuchter bent. Je mag daarom na middernacht niets meer eten of drinken.
• Courante medicatie mag je wel innemen met een klein slokje water. Ook een buffer of een inhalator mag je nog gebruiken. Tijdens het onderzoek draag je best geen knellende kledij. 
• Belangrijk om te melden vóór het onderzoek:
  • gebruik van bloedverdunnende geneesmiddelen (Marcoumar®, Marevan®, Aspirine®, Plavix®, Xarelto, …)
  • gekende allergie voor medicatie (vooral verdovingsmiddelen)
  • zwangerschap

De longarts en de verpleegkundige begeleiden je tijdens het onderzoek.

De verpleegkundige vraagt je om plaats te nemen op de onderzoekstafel in een rechtzittende houding. Als je een tandprothese en/of bril draagt, moet je deze uitdoen vóór het onderzoek.

De longarts verdooft je keel met een bitterstakende spray om hoestreflexen tegen te gaan. Hierdoor lijkt je keel licht te zwellen, maar dit hindert de ademhaling niet. Het geeft een gevoel vergelijkbaar met een randverdoving.

Als de longarts beslist de bronchoscoop via je neus in te brengen, wordt deze inwendig ook verdoofd met de spray.

Als de bronchoscoop via de mond ingebracht wordt, krijgt je een mondstuk (bijtring) tussen de tanden, zodat je niet op de scoop kan bijten.

Zodra de verdoving werkt, wordt de bronchoscoop ingebracht in je luchtpijp. Afhankelijk van de aard van het onderzoek wordt slijm of weefsel weggenomen voor verder onderzoek. Soms wordt een spoeling van de kleinere luchtwegen uitgevoerd.

Het onderzoek is weinig belastend, helemaal niet pijnlijk en duurt niet lang. Tijdens het onderzoek is het belangrijk dat je rustig blijft ademen.

Nu je keel verdoofd is, neemt de kans op verslikken toe. Wacht daarom minstens een uur na het onderzoek alvorens iets te drinken en te eten.

Terug naar de ziekenhuiskamer

Indien je in het (dag)ziekenhuis verblijft, word je direct na het onderzoek naar je kamer gebracht.

Terug naar huis

Indien het onderzoek poliklinisch verloopt, blijf je een uurtje rusten in de consultatieruimte. De dag van het onderzoek mag je in geen geval met de wagen rijden of een machine besturen. De verdoving kan een invloed hebben op je reactievermogen.

Na het onderzoek kan je tijdelijk last hebben van

• een licht gevoelige keel of een licht onaangenaam gevoel bij het ademhalen
• temperatuursverhoging naar de avond toe. Hiervoor kan je een koortswerend middel innemen.
• bloederige slijmen die meestal vanzelf verdwijnen

Mocht de ernst hiervan toenemen, dan verwittig je best de longarts.