Borstbestraling

• Met radiotherapie of bestralingsbehandeling willen we kwaadaardige cellen vernietigen. Dankzij de technologische vooruitgang kunnen we kankercellen heel precies bestralen. Dat verhoogt de doeltreffendheid van radiotherapie en vermindert de bijwerkingen.
• We voeren die behandeling alleen uit of in combinatie met een operatie, chemotherapie, biotherapie en/of hormonale therapie. Gezonde weefsels kunnen ook reageren op de bestralingen, maar verdragen de stralen beter dan tumorcellen en herstellen normaal nadien.
• De volledige behandeling kan meerdere dagen tot weken duren. De bestralingen vinden plaats op campus kennedylaan van maandag tot en met vrijdag. Als er een verplicht onderhoud van een bestralingstoestel moet gebeuren, werken we in die week ook op zaterdag. Dit communiceren we telkens op voorhand.

• Na multidisciplinair overleg (MOC) met de radiotherapeut, de oncoloog en andere geneesheren-specialisten verwijst je behandelende arts je door voor een bestralingsbehandeling.  

• De radiotherapeut analyseert je gegevens en beslist over de bestralingstechniek en het aantal bestralingen. Vervolgens bespreekt de arts met jou het verloop van de behandeling en de mogelijke nevenwerkingen.

• Na de consultatie legt de verpleegkundige met je het tijdstip van de voorbereiding (simulatie) en de bestralingsreeks vast. 

• Voor een goed verloop van de behandeling is voldoende beweeglijkheid van de arm belangrijk. Indien nodig schakelen we voor de aanvang van de therapie een kinesist in.

• Voor we kunnen starten met de radiotherapie bepalen we de exacte bestralingsplaats.
• Met een optimale bestralingstechniek krijgt de tumor de juiste dosis en ontzien we het gezonde weefsel zoveel mogelijk. Met een SIM-CT lokaliseren we een doelvolume ten opzichte van de uitwendige en inwendige anatomie van de patiënt. Dat wil zeggen dat we de houding bepalen waarin we je dagelijks gaan bestralen.
• Een SIM-CT is een röntgenapparaat uitgerust met een diagnostische röntgenbuis. De scan wordt gemaakt in een tunnelvormig röntgenapparaat. We schuiven je in de tunnel en om de 2,5 mm maken we een nieuwe scan. Aan de hand van die beelden tekenen we referentiepunten en -lijnen op de huid.
• Het is zeer belangrijk dat je tijdens het voorbereidende onderzoek niet beweegt. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur en vindt plaats in een grote ruimte waar we je rechtstreeks en via camera observeren. 
• De arts duidt op de beelden het bestralingsveld aan. Die velden projecteren we dan op de huid. Aan de hand van die velden zetten we markeringspuntjes op de huid. Dit gebeurt met tatoeagepuntjes. Daarnaast tekenen we met inkt referentielijnen. Het is zeer belangrijk dat deze referentielijnen goed zichtbaar blijven tijdens tijdens de volledige behandeling.
• Tijdens het wassen is het belangrijk dat je rekening houdt met deze lijnen zodat ze niet vervagen. Deze lijnen zijn heel belangrijk om je goed te kunnen positioneren tijdens de bestralingssessies. De SIM-verpleegkundigen lichten dit ook toe. Neem zeker contact op met ons indien je merkt dat de lijnen vervaagd zijn voor de start van je behandeling.
• Het kan nodig zijn om je bestralingsvelden in de loop van de behandeling aan te passen door zwelling van de borst of houdingsproblemen.

• Tussen de simulatie en de eerste bestralingssessie tekent je arts het doelvolume en de nodige risico-organen in op de genomen CT-beelden. Een fysicus of dosimetrist berekent de dosisverdeling. Het doelvolume krijgt voldoende bestralingen en de risico-organen krijgen er zo weinig mogelijk. Zo willen we nevenwerkingen zoveel mogelijk vermijden. De arts krijgt je bestralingsplan ter goedkeuring. 
• Ieder bestralingsplan is uniek aangezien het behandelende team het speciaal voor je opstelt.  

• Meld je enkele dagen na de simulatie op het afgesproken uur aan in de wachtzaal van het bestralingstoestel. Na het omkleden, begeleiden we je naar de bestralingsruimte waar we je op dezelfde manier installeren als tijdens de simulatie. De verpleegkundigen verlaten de ruimte voor de start van de bestralingen en houden je in het oog via een camera in de aangrenzende bedieningsruimte. 

• Tijdens het toedienen van de bestraling kan het toestel en/of de tafel bewegen. Dit is om vanuit verschillende richtingen te kunnen bestralen zodat we het volledige doelvolume kunnen behandelen. De verpleegkundigen starten het toestel van buitenaf en het stopt automatisch wanneer de juiste dosis gegeven is.

• Het is belangrijk dat je tijdens de korte behandeling goed stil en ontspannen ligt. Je mag natuurlijk normaal ademhalen.

• Tijdens de behandeling controleren we regelmatig je bestralingshouding om een correcte houding te garanderen. De beelden van die controles geven alleen informatie over je houding en niet over de toestand van de tumor.

• Tijdens de behandeling voeren we een dosimetrie uit. Dit is een controle om de toegediende dosis te meten.

• De nevenwerkingen van de behandeling hangen af van de behandelde zone. De behandelende arts bespreekt de nevenwerkingen bij de start van de behandeling en kun je nalezen in de specifieke therapiefiche.
• Na de behandeling blijft er geen straling achter in je lichaam. Er is dus geen gevaar voor je kinderen, familie en vrienden.
• De bestralingen zijn onzichtbaar, geurloos en volkomen pijnloos. Je kan het vergelijken met het maken van een röntgenfoto.
• Huidreacties
  Ongeveer twee weken na de start van de therapie kan de huid rood kleuren en gevoelig worden. Later kan de huid droog en schilferig worden. Jeuk kan optreden als gevolg van een huidreactie op de bestralingen.
• Vermoeidheid
  Tijdens de therapie kan vermoeidheid optreden. Het is dan ook belangrijk naar je lichaam te luisteren en tijdig te rusten bij moeheid.
  Wekelijks volgt je behandelende arts je gezondheid op. Zo kunnen we mogelijke problemen behandelen.

Voel je je niet goed? Merk je dat er iets scheelt? Aarzel dan zeker niet om het te melden. Het team kan je nuttig advies geven en voor heel wat nevenwerkingen hebben zij een oplossing.