Stereotactische bestraling van de hersenen

Na multidisciplinair overleg (MOC) met de radiotherapeut, de oncoloog en andere geneesheren-specialisten verwijst je behandelende arts je door voor een bestralingsbehandeling. 

De radiotherapeut analyseert je gegevens en beslist over de bestralingstechniek en het aantal bestralingen. Vervolgens bespreekt hij/zij met je het verloop van de behandeling en de mogelijke nevenwerkingen.

Na de consultatie legt de verpleegkundige met jou het tijdstip van de voorbereiding (simulatie) en de bestralingsreeks vast.

Voor we kunnen starten met de radiotherapie bepalen we de exacte bestralingsplaats. 

Met een optimale bestralingstechniek krijgt de tumor de juiste dosis en besparen we het gezonde weefsel zoveel mogelijk. Met een sim-CT lokaliseren we een doelvolume ten opzichte van de gezonde anatomie van de patiënt. We zoeken een comfortabele en reproduceerbare houding waarin we je gaan bestralen.

Tijdens de sim-CT dienen we een contraststof toe. Dit zorgt ervoor dat de tumor beter zichtbaar wordt op de beelden. 

Het is zeer belangrijk dat je gedurende het voorbereidende onderzoek niet beweegt. Het onderzoek duurt ongeveer een halfuur en vindt plaats in een grote ruimte waar we je rechtstreeks via camera observeren.

Tijdens de simulatie maken we een masker (Brainlab) dat ervoor zorgt dat het hoofd geïmmobiliseerd wordt. We verwarmen het masker en plaatsen het daarna op je hoofd. Door afkoeling verhardt het materiaal waardoor het de vorm van je gezicht aanneemt. Het masker maken duurt ongeveer 30 minuten. 

Tussen de simulatie en de eerste bestralingsbehandeling tekent je arts het doelvolume en de risico-organen in op de genomen CT-beelden. Er gebeurt ook een fusie met NMR en PET-CT. Ieder bestralingsplan is uniek aangezien het behandelende team het speciaal voor je opstelt.  

De eerste bestralingssessie start meestal 10 tot 14 dagen na de simulatie. Meld je aan op het afgesproken uur in de wachtzaal van het bestralingstoestel. We installeren je terug op dezelfde manier als tijdens de simulatie met het masker. De verpleegkundigen verlaten de ruimte voor de start van de bestralingen en houden je in het oog via een camera in de aangrenzende bedieningsruimte.

Tijdens het toedienen van de bestraling kan het toestel en/of de tafel bewegen. Dit is om vanuit verschillende richtingen te kunnen bestralen zodat het volledige doelvolume behandeld wordt. De verpleegkundigen starten het toestel van buitenaf en het stopt automatisch wanneer de voorgeschreven dosis toegediend is.

Het is belangrijk dat je tijdens de korte behandeling goed stil en ontspannen ligt. Het is de bedoeling dat je tijdens de behandeling rustig ademhaalt. 

Tijdens de behandeling controleren we regelmatig je bestralingshouding om een correcte houding te garanderen. De beelden van die controles geven alleen informatie over je houding en niet over de toestand van de tumor.

De nevenwerkingen van de behandeling hangen af van de behandelde zone. Je behandelende arts bespreekt deze bij de start van de behandeling. Je kan ze ook nalezen in de specifieke therapiefiches.
Na de behandeling blijft er geen straling achter in je lichaam. Er is dus geen gevaar voor je kinderen, familie en vrienden.

De bestralingen zijn onzichtbaar, geurloos en volkomen pijnloos. Je kan het vergelijken met het maken van een röntgenfoto.

Voel je je minder goed? Heb je het gevoel dat er iets aan de hand is? Aarzel dan zeker niet om het te melden. Het team op de afdeling kan je hier zeker bij helpen.