Chronische pijn is een chronische ziekte. Dit maakt dat het nodig is dat medicatie ook chronisch wordt ingenomen. Het is belangrijk om de medicatie op vaste tijdstippen, verdeeld over de dag in te nemen. Op die manier blijft de hoeveelheid medicatie in het lichaam gelijkmatig aanwezig. Schommelingen geven namelijk aanleiding tot nevenwerkingen of tot een minder effectieve pijndaling.
Er bestaan 2 grote groepen pijnmedicatie. Namelijk snelwerkende geneesmiddelen en traagwerkende geneesmiddelen (retard).
Bij voorkeur worden snelwerkende middelen ingezet bij acute pijn. Gezien het met traagwerkende medicatie langer duurt alvorens er pijndaling optreedt, zijn deze minder geschikt bij acute pijn.
Bij chronische pijn echter wordt de voorkeur gegeven aan de traagwerkende geneesmiddelen, net omdat de werking langer aanhoudt dan bij de snelwerkende producten waardoor er een constante hoeveelheid medicatie in het lichaam aanwezig blijft.
Het is heel belangrijk om steeds aan de arts door te geven welke medicatie je reeds inneemt. Op die manier wordt vermeden dat geneesmiddelen worden ingenomen die elkaar tegenwerken of die niet gecombineerd mogen worden.
Heel wat geneesmiddelen om de pijn te bestrijden kunnen bijwerkingen veroorzaken. De bijwerkingen kunnen vooral ernstig zijn bij opstart van nieuwe medicatie en bij het aanpassen van de dosis. Een aantal bijwerkingen verminderd na 7 dagen tot 3 weken maar sommige bijwerkingen verdwijnen niet. Indien medicatie constipatie bij je veroorzaakt, zal dit waarschijnlijk een blijvend probleem vormen zolang je die medicatie inneemt. Hiervoor kan eventueel laxativa opgestart worden.
Naast bijwerkingen in opstartfase van nieuwe medicatie, is het ook zo dat dat het pijndalend effect tot enkele weken op zich kan laten wachten. Het kan dus zijn dat je in het begin alleen bijwerkingen ervaart zonder pijndaling. Het is belangrijk om - indien de bijwerkingen niet te ernstig zijn - de therapie voort te zetten. Indien bijwerkingen te ernstig aanwezig zijn, raadpleeg je best je arts.