In dit plas- of mictiedagboek hou je gedurende 2 x 24 uur een soort dagboek bij, zowel overdag als ‘s nachts. Het is de bedoeling om dit dagboek op gewone dagen in te vullen, dus niet op een dag dat je een uitstap hebt gepland of dingen doet die je anders niet zo vaak doet.
Je start ’s ochtends bij het opstaan met het eerste toiletbezoek tot de volgende dag bij het opstaan. Graag twee opeenvolgende dagen invullen. Gebruik per dag een blad.
Noteer de tijd en de hoeveelheid die je plast (gemeten in een maatbeker). Dit voer je uit tot aan de ochtend van de 3e dag. De urine kan je na het registreren van de tijd en het opmeten van de hoeveelheid onmiddellijk wegdoen.
Het dagboek moet ook inzicht verschaffen in je drinkpatroon. Zo hou je ook het tijdstip en de hoeveelheid van vochtinname bij.
- Kopje = 150ml
- Glas/beker = 200ml
- Fruit = 75ml
Noteer na elke plas of je aandrang had.
- Ja : Aandrang meld je alleen als je nodig moet en je je moet haasten om tijdig op het toilet te geraken.
- Nee: Indien je uit voorzorg naar het toilet gaat, bv. als je de deur uitgaat om boodschappen te doen, terwijl je dan eigenlijk nog niet nodig moest plassen.
Urineverlies (incontinentie) vult je in met een:
- d = een druppeltje
- s = een scheutje
- v = veel doorlekken
Als je verband verwisselt : ja of nee invullen.
Download het plasdagboek