Letsels van het bicepsanker kunnen zich op zeer verschillende manieren presenteren. De meeste mensen klagen van een diepe stekende pijn in de schouder bij bepaalde bewegingen, boven schouderhoogte, bij werpen of bij kracht zetten boven het hoofd.
De pijn kan zich vooraan of eerder achteraan manifesteren. Soms gaat dit gepaard met een ‘klik’ of kraken in de schouder of met het gevoel dat ‘iets verspringt’.
Bovenarmse sporters vermelden vaak krachtverlies bij opslaan, smashen, werpen of bij een crawlbeweging. Ze beschrijven een gevoel van zwaarte, alsof de arm tijdelijk lam is (dead arm syndrome).
Vaak zijn dit acute letsels, als gevolg van een plots incident. Een val op uitgestrekte arm vormt het grootste risico voor het oplopen van een SLAP-letsel. Bij een plotse trekkracht op de bicepspees bij bepaalde activiteiten boven het hoofd kan de aanhechting van de biceps eveneens gekwetst worden. Of wordt het anker afgepeld van het glenoïd.
Bij ontwrichtingen van de schouder naar voren of naar achteren wordt meestal het voorste of achterste labrum afgescheurd. Soms is ook het bovenste labrum aangetast. We spreken dan van gecombineerde labrum letsels. Bij zeer zware ontwrichtingen kan het volledige labrum losscheuren (“Triple labral lesions”).
Chronische letsels zijn letsels door langdurige abnormale belasting. Bij bepaalde sporten of arbeid wordt de schouder langdurig of herhaaldelijk belast in een abnormale positie.
Vooral geforceerde bewegingen met de arm boven het hoofd en naar achteren gedraaid, geven telkens trek- of torsiekrachten op het bicepsanker. Wanneer deze krachten langdurig aanhouden kan het bicepsanker stilaan ‘lospellen’ van het bot. We spreken van ‘peelback-lesions’. Deze letsels worden vaak gezien bij baseball werpers (pitchers); bij ons in Europa komen ze voor bij volleybal, handbal, tennis (service), zwemmers.
In geval van chronische tractieletsels bij bovenarmse sporters proberen we in eerste instantie de beweeglijkheid van de schouder te optimaliseren. Vaak is er een belangrijke beperking in inwendige rotatie van de bovenarm. Dit kan met een intensieve oefentherapie aangepakt worden. Ook de spieren die het schouderblad stabiliseren moeten vaak geoefend worden om de schouderbladpositie te corrigeren.
Slag- en werpbewegingen kunnen onder begeleiding van de kinesitherapeut en de trainer aangepast worden om overmatige tractie of torsie op het bicepsanker te vermijden.
Als dit alles geen verbetering van de klachten teweeg brengt beslissen we tot herbevestigen van het afgescheurde labrum met een kijkoperatie. SLAP-letsels die het gevolg zijn van een acuut incident zullen vaak last blijven geven bij een bovenarmse belasting en bij liggen op de schouder. Een operatieve bevestiging van het losgescheurde anker is dan ook meestal aangewezen indien teveel klachten.
Lees meer over de operatieve behandeling van een SLAP-letsel
Deel op