Na artroscopische fixatie van een SLAP-letsel is een belangrijke periode van revalidatie onder begeleiding van een kinesist noodzakelijk.
Eerst wordt het schoudergewricht tijdelijk in een draagverband gehouden gedurende 3 tot 4 weken. In deze periode willen we vooral het aangehechte labrum zo goed moeilijk op het bot van het glenoïd laten vastgroeien. Te grote trekkrachten moet je in deze fase absoluut vermijden. Vooral draaibewegingen met de arm naar buiten, boven en achter het hoofd vormen een risico op losscheuren.
Anderzijds neigt een schouder vaak tot verstijving. We raden je daarom aan om regelmatig de arm uit de draagdoek te halen en naast het lichaam te laten hangen of op de tafel te leggen en voorzichtige glijbewegingen uit te voeren. Dat gebeurt steeds binnen de pijngrenzen. Elleboog, pols en vingers mogen vrij bewogen worden.
Na 4 weken mag het verband uitgelaten worden. We starten met bewegingsoefeningen onder begeleiding van een ervaren kinesist. In de eerste plaats is het herwinnen van een volledige beweeglijkheid naar voren en naar boven toe essentieel.
De draaibeweging naar buiten moet nog steeds geleidelijk opgebouwd worden. Er wordt ook gestart met spierversterkende oefeningen van de schouderkap- en schouderbladspieren zonder deze spieren te rekken (isometrische tonificaties).
Pas na het herwinnen van een goede beweeglijkheid starten we met sportspecifieke oefeningen. Het duurt vaak 3 tot 4 maanden alvorens je kan terugkeren naar vroegere sport -en arbeidsactiviteiten.