Meestal heb je niet meteen last van bijwerkingen maar ontstaan ze in de loop van de bestralingsbehandeling of nadien. Bijwerkingen verschillen ook per persoon, zijn afhankelijk van de dosis die je krijgt en de grootte van het bestralingsgebied.
Tijdens en na de behandeling kan je volgende klachten ontwikkelen:
Plasklachten
Door de bestraling wordt het slijmvlies van de blaas en de plasbuis geïrriteerd.
Hierdoor kan je volgende bijwerkingen krijgen:
- Vaker plassen (voornamelijk ’s nachts)
- Branderig gevoel of pijn bij plassen
- Wat bloed in de urine
- Minder krachtige plasstraal (door zwelling van de prostaat)
- Zich meer moeten haasten om te plassen
Heb je uitgesproken klachten? Dan kan je behandelende arts medicatie voorschrijven om de bijwerkingen te verlichten. Deze bijwerkingen kunnen nog ontstaan of toenemen in de weken na het einde van de radiotherapie. Vervolgens nemen ze weer geleidelijk af.
Het is mogelijk dat je op lange termijn (maanden of jaren) na de bestraling plaslast blijft hebben: vaker moeten plassen (voornamelijk ’s nachts) en zich meer moeten haasten om te plassen. Ernstige bijwerkingen op lange termijn (maanden of jaren) na de bestraling bestaan maar zijn zeldzaam.
Stoelgangsklachten
Door de bestraling wordt het slijmvlies van de endeldarm geïrriteerd. Hierdoor kan je volgende bijwerkingen krijgen:
- Vaker stoelgang maken
- Pijn bij het maken van stoelgang
- Dunne stoelgang
- Valse stoelgangsaandrang
- Bloed of slijm bij de stoelgang
Heb je uitgesproken klachten? Dan kan je behandelende arts medicatie voorschrijven om de bijwerkingen te verlichten. Deze bijwerkingen kunnen nog ontstaan of toenemen in de weken na het einde van de radiotherapie. Vervolgens nemen ze weer geleidelijk af.
Het is mogelijk dat je op lange termijn (maanden of jaren) na de bestraling wat stoelgangslast blijft hebben: een veranderd stoelgangspatroon (voornamelijk vaker stoelgang), zich meer moeten haasten om stoelgang te maken en bloed/slijm bij de stoelgang.
Vermoeidheid
Vermoeidheid kan voorkomen tijdens en na de behandeling. Omdat we meestal maar een klein gebied bestralen, valt dit gewoonlijk goed mee. Krijg je ook hormoontherapie? Dan is deze hormoontherapie vaak de belangrijkste oorzaak van het vermoeidheidsgevoel. Ook spanningen en emoties rond je ziekte, het dagelijks heen en weer reizen naar onze dienst kunnen voor extra vermoeidheid zorgen. Door een aangepast levensritme, gezonde voeding en voldoende water te drinken kan je deze klachten beperken. Probeer zoveel mogelijk je dagelijkse activiteiten te behouden maar doe alles op een rustig tempo.
Veranderde seksualiteit
Door irritatie van de plasbuis kan een orgasme pijnlijk en niet prettig zijn. De erecties worden tijdens de bestralingsperiode niet beïnvloed. Door de situatie waarin je je bevindt kan de zin in seks minder zijn. Krijg jeook hormoontherapie? Dan verdwijnen de erecties tijdens de werking van deze hormoontherapie volledig.
Maanden of jaren na de bestraling kan het zijn dat je ‘droge’ orgasmes hebt. Hierbij is het gevoel van klaarkomen normaal maar is er geen zaadlozing. Op lange termijn (meestal jaren na de bestraling) kan het zijn dat de erecties verminderen.
Emotionele reacties
Ziek zijn kan heftige emoties teweegbrengen. Elke patiënt en elk gezinslid heeft zijn eigen manier om gebeurtenissen te verwerken. Iedereen reageert verschillend. Heb je de behoefte om over je gevoelens en zorgen te praten? Spreek hierover gerust met je behandelende arts of verpleegkundige.