Aan het begin van de zwangerschap zal de arts een vrij uitgebreid bloedonderzoek aanvragen. Hierbij worden de volgende zaken onderzocht:
Bloedarmoede, ijzerreserves
Bloedarmoede komt voor wanneer er een te laag ijzerreserve is. In dat geval is het vaak aangewezen om een ijzersupplement te nemen. De ijzerreserve is het ijzergehalte in je bloed. Dit wordt getest aan de hand van een bloedafname.
Schildklierfunctie
De schildklierfunctie kan aan het begin van de zwangerschap tijdelijk licht gestoord zijn (te snelle werking). Bij een te trage werking is een behandeling met schildklierhormoon noodzakelijk.
Nuchtere suikerwaarde
Om voorafbestaande suikerziekte op te sporen.
Bloedgroep en rhesusfactor, antistoffen tegen rode bloedcellen
Aan het begin van de zwangerschap worden je bloedgroep en rhesusfactor bepaald als je die nog niet kent. Als je zelf rhesus-negatief bent en je partner is rhesus-positief, dan kan je baby rhesus-positief zijn. Als er dan contact optreedt tussen het bloed van jezelf en dat van je baby, kan je lichaam antistoffen maken tegen de rode bloedcellen van je baby.
Om dat te voorkomen, krijg je altijd een spuit (Rhogam) in het geval van bloedverlies, een trauma tegen de buik of een ongeval, een vlokkentest, een vruchtwaterpunctie, of na de bevalling.
Infecties
Rubella of rode hond
De meeste zwangere vrouwen hebben antistoffen omdat ze gevaccineerd werden als kind. Als je niet immuun bent, krijg je best een vaccin na de zwangerschap.
Toxoplasmose
- Toxoplasmose is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een parasiet.
- Je kan besmet worden via besmette voeding, ontlasting van katten of contact met besmette grond of besmet water.
- Een toxoplasmose-infectie veroorzaakt weinig of geen ziekteverschijnselen.
- Deze infectie kan aangeboren afwijkingen veroorzaken zoals blindheid en mentale achterstand.
- Eenmaal doorgemaakt, ben je levenslang beschermd (immuun).
- Toxoplasmose wordt getest in het begin van de zwangerschap en opnieuw gecontroleerd (indien seronegatief) op 16 weken.
Als je niet immuun bent voor toxoplasmose, is het aan te raden om:
- geen rauw vlees te eten (carpaccio, filet americain, salami);
- goed je handen te wassen na contact met rauw vlees;
- rauwe groenten en fruit extra goed te wassen en eventueel te schillen. Koken en garen doden deze parasiet.
- de kattenbak te vermijden: laat iemand anders dagelijks de uitwerpselen uit de kattenbak verwijderen of draag handschoenen.
- je handen goed te wassen telkens als je de kat geknuffeld hebt;
- handschoenen te dragen wanneer je in de tuin werkt.
Hepatitis B
- Hepatitis B is een ernstige vorm van leverontsteking.
- Iedere zwangere wordt bij de eerste controle getest op hepatitis B.
- Wanneer hepatitis B geconstateerd wordt, krijgt de baby kort na de geboorte antistoffen en een eerste vaccinatie toegediend.
Hepatitis C
- Hepatitis C is een chronische leveraandoening, meer bepaald een infectie van de lever die via het bloed wordt overgedragen.
- Deze infectieziekte kan van moeder op kind worden overgedragen.
Cytomegalie
- Cytomegalie (CMV, Cytomegalovirus) is een virale infectie die je kan oplopen door nauw contact met afscheidingen van een besmette persoon (bloed, speeksel, urine, tranen, vaginale secreties, sperma…).
- Deze ziekte verloopt meestal zonder symptomen.
- Kleine kinderen, vooral tussen 1 en 4 jaar oud, zijn vaak drager van het virus omdat het in de kinderopvang makkelijk wordt doorgegeven via contact met urine of speeksel.
- Een besmetting tijdens de zwangerschap heeft voor de meeste kinderen geen gevolgen; sommige kinderen kunnen evenwel geboren worden met gehoor- of gezichtsstoornissen, groeivertraging, mentale achterstand of andere neurologische problemen.
- Het cytomegalievirus wordt getest in het begin van de zwangerschap en opnieuw controleerd (indien seronegatief) op 16 weken. Preventieve maatregelen:
- goede handhygiëne: was zorgvuldig je handen na contact met speeksel of urine (na het verzorgen of verluieren van je oudere kindje, na het schoonmaken van het potje);
- vermijd mondcontact met zieke kinderen: deel geen eetgerei met je kinderen, stop de fopspeen van je kindje niet in je mond, geef geen kusjes op de mond. Dat geldt ook voor de partners aangezien zij het virus ook aan de mama kunnen overdragen.
Syfilis
- Syfilis is een bacteriële infectie die in België heel zeldzaam is, maar ernstige gevolgen kan hebben voor de baby.
- Er bestaat een efficiënte behandeling met antibiotica (penicilline).
HIV
- HIV is een virale infectie die voorkomt bij 2 op de 1000 zwangere vrouwen in België.
- Het is belangrijk om te testen op HIV, niet alleen voor de zwangere vrouw en voor de medewerkers van het ziekenhuis, maar ook omdat de overdracht van HIV naar het kind dankzij aangepaste therapie sterk beperkt kan worden.
- Borstvoeding wordt afgeraden bij HIV-positieve vrouwen.
Windpokken (Varicella)
De meeste zwangere vrouwen maakten in hun kindertijd de windpokken door. In dit geval hoef je je geen zorgen te maken als je tijdens de zwangerschap in contact komt met een kind dat de windpokken heeft.
Heb je nog geen windpokken gehad of twijfel je? Vermijd dan contact met een persoon die de windpokken heeft.
Kwam je toch in contact met een persoon met de windpokken of denk je zelf de windpokken te hebben? Neem dan contact op met je arts.
Lees meer over het verloop van een bloedafname